Er zijn veel redenen om je tuin duurzaam te maken. Praktische, zoals zorgen voor een betere afwatering. En milieuvriendelijke, zoals creëren van meer biodiversiteit.
Weg met steen
En met steen bedoelen we hier vooral tegels en tuinklinkers. Laten we eerlijk zijn, veel stadstuinen zijn zo royaal belegd met tegels dat je eerder van pleinen kunt spreken dan van groene tuinen. Vervang dan ook je tegels voor tuinaarde en groen. Dat helpt regenwater sneller weg te kunnen komen en bevordert het dierenleven in je tuin. Vanaf het niveau van insecten tot dat van vogels. Je ontsteent je tuin pas goed als twee derde van je buitengebied groen is. Waar je wel verharding wilt of moet toepassen kun je het beste waterdoorlatende steen toepassen. Bij een terras kun je werken met brede voegen zodat ook hier regenwater snel de grond in kan trekken.
Verbeter je grond
Dat doe je door eerst te checken welke grond je eigenlijk hebt. Is het kleigrond, dus een wat plakkende maar ook vaste aarde? Of heb je zandgrond, te herkennen door de korrelige structuur. Zandgrond is minder vruchtbaar dan klei. Je kunt ook op veengrond stuiten; die ziet er ietwat vochtig en sponzig uit. Veengrond is eigenlijk dood takken- en bladerenmateriaal (humus) en is heel vruchtbaar. Alle drie typen aarde kunnen ‘uitgeput’ zijn en verbetering behoeven. Dat doe je door de bodem te bemesten en te bekalken. Kleigrond moet wat ruller gemaakt en dan gemengd met aanplantgrond. Diezelfde aanplantgrond kun je ook benutten door zandgrond meer structuur te geven. Aanplantgrond is bijvoorbeeld potgrond. Een andere grondverbeteraar is compost.
Kalk als grondverbeteraar
Veengrond is zuur en die verbeter je met wat kalk. Ook voor kleigrond is kalk goed want die verbetert daarmee de structuur van de klei. Kalk ontzuurt je tuin en gaat ook groei van mossen en onkruid tegen. Planten kunnen met kalk meststoffen beter opnemen. Want naast kalk bemest je de grond met een meststof. Zorg voor een organische meststof en geef je tuin daarmee een bemesting in het voorjaar. Dit is het moment dat je tuinplanten uit beginnen te lopen en baat hebben bij wat extra voedingsstoffen. Strooi echter geen kalk bij hortensia’s, azalea’s, rododendrons of heideplanten. Deze willen namelijk liefst wortelen in een iets zuurdere grond.
Biodiversiteit
Een duurzame tuin hoor je. Je hoort de vogels, het zoemen van insecten, het schuifelen van egels. Veel leven in je tuin betekent een goede biodiversiteit. Bijen en andere insecten helpen bij bestuiving. Nodig ze dan ook vooral uit in je tuin te komen vliegen. Dat doe je door planten in je tuin te zetten die op verschillende momenten in het jaar beginnen te bloeien. Laag struikgewas is zeer egelvriendelijk en leuke gadgets als een insectenhotel of een nestkastje helpen ook om het leven in je tuin te houden.
Duurzaam en klimaat
Je bouwt pas aan een goede duurzame tuin als je ook rekening houdt met klimaatverandering. Zorg dat je tuin extreem weer aan kan. Hitte, droogte, strakke stormwind en overvloedig water moet je tuin kunnen hebben. De drainage moet in orde zijn, een goede bodembedekking zorgt ervoor dat de aarde wel weer nat blijft en schaduwpartijen in de tuin bieden bescherming tegen een te hoge dosis zon. Maak van het dak van je aan- of uitbouw een ‘groen’ dak door er vetplantjes op te laten groeien.
Lees ook: Zo maak je je huis duurzaam met isolatie
Benut dat wat er al ‘gratis’ is
Kies voor je planten inheemse soorten. Planten uit warme landen hebben veel meer aandacht en zorg nodig terwijl inheemse planten zichzelf uitstekend kunnen redden. Dat scheelt aan kosten en is dus duurzaam. Plant ook fruitbomen zodat je je eigen fruit minder laat reizen; in Frankrijk geplukte peren verbruiken energie om getransporteerd te worden naar Nederland. Verlicht je tuin met solar verlichting. Zo benut je gewoon de energie van de zon om je tuin ’s avonds romantisch te verlichten. En reserveer een hoekje van je tuin voor een composthoop. Zo creëer je je eigen bodemverbeteraar en hoef je het niet langer in plastic zakken te kopen.